12-8-’13: ‘k zit hier omdat ik hier zit
nergens anders hoef ik m’n geluk te zoeken
‘k zit hier omdat ik word bemind
’t geluk beleef ik als ik lees in mijn boeken
wat heb ik ooit tevergeefs nagejaagd
dichtbij en in verre landen
steeds vond ik het na korte tijd afgezaagd
en bleek het in niets te verzanden
wat blijft er over van dit bestaan
als het lichaam eens wordt begraven
nu al zal ik voor de troon van God mogen staan
tussen vele edelen, hertogen en graven
9-8-’13: ‘k geniet zittend op een houten bankje in de wind
van een koele bries uit het zuiden
‘k geniet ervan als een klein kind
terwijl in de verte klokken luiden
even uitrusten aan de waterkant
‘k zie een zwarte kraai op zoek in het gras
een stille meeuw op een houten paal aan de overkant
een riethennetje duikend in de gladde plas
een ambiance die me gelukkig maakt
vlakbij waar ik woon aan rimpelig water
langs de boulevard snellen fietsers in vliegende vaart
Dank U God, voor het gezellige gespat en gesnater.
de wind waait en ik laat me waaien
bladeren aan de overkant zie ik zwaaien
op de fiets laat ik me door zonlicht of regen aaien
en op mijn terras hoor ik lawaai van bonte kraaien
Na de hitte komt de regen
pijpestelen zie ik naar beneden vallen
genietend van deze veeldruppelige zegen
hoor ik aanrollende donderknallen
Ik vier het goede leven, ik vier het als een kind
straks is het weer December en dan komt de goede Sint
Doe een pleister op je wonden
want het bloed is geronnen
en het pleit werd gewonnen
en de vroegere benauwdheden zijn vergeten,
ja, zijn verborgen voor mijn ogen,
zegt de Heer in Jesaja 65:16
Daarom breng ik Hem mijn Blijheid en Hulde
over het afwisselende en uitdagende
bestaan van elke dag tot Zijn Eer,
en vooral voor de myraculeuze reddingen
van de dood in WO 2
van mijn beide ouders,
moeder: paratyphus B op de rand van de dood
balancerend én
vader: Rotterdamse razzia ontsnapt in Tivoli in
Utrecht van een wisse dood in het Ruhrgebied.